dicteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dicteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dic·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dicteren |
dicteerde
- enkelvoud verleden tijd van dicteren
- Ik dicteerde.
- Jij dicteerde.
- Hij, zij, het dicteerde.
- Ik dicteerde.
Gangbaarheid
- Het woord dicteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.