dimensioneer

Uitspraak

• Geluid:  dimensioneer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• di·men·si·o·neer

Werkwoord

dimensioneer

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dimensioneren
   

   • Ik dimensioneer. 

2. gebiedende wijs van dimensioneren
   

   • Dimensioneer! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dimensioneren
   

   • Dimensioneer je? 

Gangbaarheid

• Het woord dimensioneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.