dispatcht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dispatcht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dis·patcht

Werkwoord

vervoeging van
dispatchen

dispatcht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dispatchen
    • Jij dispatcht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dispatchen
    • Hij dispatcht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dispatchen
    • Dispatcht! 

Gangbaarheid

  • Het woord dispatcht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.