disputeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: disputeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dis·pu·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
disputeren |
disputeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van disputeren
- Ik disputeer.
- gebiedende wijs van disputeren
- Disputeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van disputeren
- Disputeer je?
Gangbaarheid
- Het woord disputeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.