domineert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  domineert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • do·mi·neert

Werkwoord

vervoeging van
domineren

domineert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van domineren
    • Jij domineert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van domineren
    • Hij domineert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van domineren
    • Domineert! 

Gangbaarheid

  • Het woord domineert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.