doorberekende

Uitspraak

• Geluid:  doorberekende    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• door·be·re·ken·de

Werkwoord

doorberekende

1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorberekenen
   

   • ... dat ik doorberekende. 
     
   • ... dat jij doorberekende. 
     
   • ... dat hij, zij, het doorberekende. 

2. verbogen vorm van doorberekend, voltooid deelwoord van doorberekenen

Gangbaarheid

• Het woord doorberekende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.