doorbraken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·bra·ken
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorbreken |
doorbráken
- meervoud verleden tijd van doorbreken
- Wij doorbraken.
- Jullie doorbraken.
- Zij doorbraken.
- De gillende kinderen doorbraken de stilte in het verlaten bos.
- Wij doorbraken.
vervoeging van |
---|
doorbreken |
dóórbraken
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorbreken
- ...dat wij doorbraken.
- ...dat jullie doorbraken.
- ...dat zij doorbraken.
- ...dat wij doorbraken.
Verwante begrippen
Zelfstandig naamwoord
de dóórbraken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord doorbraak
Gangbaarheid
- Het woord doorbraken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.