doorleef

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doorleef    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • door·leef

Werkwoord

vervoeging van
doorleven

doorleef

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven
    • Ik doorleef. 
  2. gebiedende wijs van doorleven
    • Doorleef! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven
    • Doorleef je? 
  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven
    • ... dat ik doorleef. 

Gangbaarheid

  • Het woord doorleef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.