doorploegden

Uitspraak

• Geluid:  doorploegden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• door·ploeg·den

Werkwoord

doorploegden

1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorploegen
   

   • ...dat wij doorploegden. 
     
   • ...dat jullie doorploegden. 
     
   • ...dat zij doorploegden. 

doorploegden

1. meervoud verleden tijd van doorploegen
   

   • Wij doorploegden. 
     
   • Jullie doorploegden. 
     
   • Zij doorploegden. 

Gangbaarheid

• Het woord doorploegden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.