doorsnuffelt

Uitspraak

• Geluid:  doorsnuffelt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• door·snuf·felt

Werkwoord

doorsnuffelt

1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorsnuffelen
   

   • ... dat jij doorsnuffelt. 

2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorsnuffelen
   

   • ... dat hij doorsnuffelt. 

doorsnuffelt

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorsnuffelen
   

   • Jij doorsnuffelt. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorsnuffelen
   

   • Hij doorsnuffelt. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorsnuffelen
   

   • Doorsnuffelt! 

Gangbaarheid

• Het woord doorsnuffelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.