doorweek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doorweek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • door·week

Werkwoord

vervoeging van
doorweken

doorweek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorweken
    • Ik doorweek. 
  2. gebiedende wijs van doorweken
    • Doorweek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorweken
    • Doorweek je? 

Gangbaarheid

  • Het woord doorweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.