douchte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  douchte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • douch·te

Werkwoord

vervoeging van
douchen

douchte

  1. enkelvoud verleden tijd van douchen
    • Ik douchte. 
    • Jij douchte. 
    • Hij, zij, het douchte. 

Gangbaarheid

  • Het woord douchte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.