draag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  draag    (hulp, bestand)
  • IPA: /draːx/
Woordafbreking
  • draag

Werkwoord

vervoeging van
dragen

draag

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dragen
    • Ik draag. 
  2. gebiedende wijs van dragen
    • Draag! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dragen
    • Draag je? 
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord draag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.