dresseer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dresseer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dres·seer

Werkwoord

vervoeging van
dresseren

dresseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dresseren
    • Ik dresseer. 
  2. gebiedende wijs van dresseren
    • Dresseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dresseren
    • Dresseer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord dresseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.