drikke

Deens

Uitspraak
  • IPA: [ˈdʁεgə]
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse drekka.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
drikke
drikker
drak
drukket
volledig

Werkwoord

drikke

  1. overgankelijk drinken

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.