drupe

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈdryːpɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
drupe
droop
gedraope
klasse 2 volledig

Werkwoord

drupe

  1. druipen
  2. druppelen
  3. afgieten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.