dubbelcheckt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dubbelcheckt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dubĀ·belĀ·checkt

Werkwoord

vervoeging van
dubbelchecken

dubbelcheckt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelchecken
    • Jij dubbelcheckt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelchecken
    • Hij dubbelcheckt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dubbelchecken
    • Dubbelcheckt! 

Gangbaarheid

  • Het woord dubbelcheckt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.