dubbelvouwde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dubbelvouwde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dub·bel·vouw·de

Werkwoord

vervoeging van
dubbelvouwen

dubbelvouwde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van dubbelvouwen
    • ... dat ik dubbelvouwde. 
    • ... dat jij dubbelvouwde. 
    • ... dat hij, zij, het dubbelvouwde. 

Gangbaarheid

  • Het woord dubbelvouwde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.