duopartnertje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: duopartnertje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- duo·part·ner·tje
Zelfstandig naamwoord
het duopartnertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord duopartner
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.