dwing

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dwing    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dwing

Werkwoord

vervoeging van
dwingen

dwing

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dwingen
    • Ik dwing. 
  2. gebiedende wijs van dwingen
    • Dwing! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dwingen
    • Dwing je? 

Gangbaarheid

  • Het woord dwing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
dwing
gedwing
volledig

Werkwoord

dwing

  1. dwingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.