ecclesioloogjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ecclesioloogjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ec·cle·sio·loog·jes

Zelfstandig naamwoord

deecclesioloogjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ecclesioloog
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.