eerde

Niet te verwarren met: Eerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eer·de

Werkwoord

vervoeging van
eren

eerde

  1. enkelvoud verleden tijd van eren
    • Ik eerde. 
    • Jij eerde. 
    • Hij, zij, het eerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord eerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie


Achterhoeks

Zelfstandig naamwoord

eerde

  1. aarde


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

eerde

  1. aarde
Verwante begrippen


Veluws

Zelfstandig naamwoord

eerde

  1. aarde
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.