effende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: effende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ef·fen·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
effenen |
effende
- enkelvoud verleden tijd van effenen
- Ik effende.
- Jij effende.
- Hij, zij, het effende.
- Ik effende.
Gangbaarheid
- Het woord effende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.