eleveer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eleveer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eleĀ·veer

Werkwoord

vervoeging van
eleveren

eleveer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eleveren
    • Ik eleveer. 
  2. gebiedende wijs van eleveren
    • Eleveer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eleveren
    • Eleveer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord eleveer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.