elueer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  elueer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • elu·eer

Werkwoord

vervoeging van
elueren

elueer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van elueren
    • Ik elueer. 
  2. gebiedende wijs van elueren
    • Elueer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van elueren
    • Elueer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord elueer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.