emmers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emmers    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛmərs/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈɛmərs/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɛmərs/
Woordafbreking
  • em·mers

Zelfstandig naamwoord

deemmersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord emmer

Gangbaarheid

  • Het woord emmers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.