empêcher

Frans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
empêcher
empêchais
empêché
eerste groep volledig

Werkwoord

empêcher

  1. overgankelijk belemmeren, beletten, verhinderen
    «Cela m'empêche de dormir.»
    Dat belet me te slapen.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.