emponzoñar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
emponzoñar
emponzoñaba
emponzoñado
volledig

Werkwoord

emponzoñar

  1. vergiftigen
  2. verzieken, verpesten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.