enaltecer

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
enaltecer
enaltecĂ­a
enaltecido
volledig

Werkwoord

enaltecer

  • overgankelijk
  1. prijzen, loven
  2. verheerlijken, roemen
  3. sieren (tot eer strekken)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.