enaltecer
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
enaltecer |
enaltecĂa |
enaltecido |
volledig |
Werkwoord
enaltecer
- overgankelijk
- prijzen, loven
- verheerlijken, roemen
- sieren (tot eer strekken)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.