ennoblecer

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ennoblecer
ennoblecĂ­a
ennoblecido
volledig

Werkwoord

ennoblecer

  • overgankelijk
  1. adelen, in de adelstand verheffen
  2. veredelen, aanzien geven
  3. verrijken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.