entallecer

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
entallecer
entallecĂ­a
entallecido
volledig

Werkwoord

entallecer

  • onovergankelijk
  1. ontspruiten, uitlopen, uitbotten, stengels krijgen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.