epileert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  epileert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • epi·leert

Werkwoord

vervoeging van
epileren

epileert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van epileren
    • Jij epileert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van epileren
    • Hij epileert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van epileren
    • Epileert! 

Gangbaarheid

  • Het woord epileert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.