equipeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  equipeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking

equi·peert

Werkwoord

vervoeging van
equiperen

equipeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van equiperen
    • Jij equipeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van equiperen
    • Hij equipeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van equiperen
    • Equipeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord equipeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.