estrujar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
estrujar
estrujaba
estrujado
volledig

Werkwoord

estrujar

  1. overgankelijk kreukelen, verkreukelen, verfrommelen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.