etiketteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  etiketteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eti·ket·teer

Werkwoord

vervoeging van
etiketteren

etiketteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van etiketteren
    • Ik etiketteer. 
  2. gebiedende wijs van etiketteren
    • Etiketteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van etiketteren
    • Etiketteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord etiketteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.