evoceerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: evoceerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- evo·ceer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
evoceren |
evoceerde
- enkelvoud verleden tijd van evoceren
- Ik evoceerde.
- Jij evoceerde.
- Hij, zij, het evoceerde.
- Ik evoceerde.
Gangbaarheid
- Het woord evoceerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.