evoceerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  evoceerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • evo·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
evoceren

evoceerde

  1. enkelvoud verleden tijd van evoceren
    • Ik evoceerde. 
    • Jij evoceerde. 
    • Hij, zij, het evoceerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord evoceerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.