exclameer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: exclameer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ex·cla·meer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
exclameren |
exclameer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exclameren
- Ik exclameer.
- gebiedende wijs van exclameren
- Exclameer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exclameren
- Exclameer je?
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.