exerceer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  exerceer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • exer·ceer

Werkwoord

vervoeging van
exerceren

exerceer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exerceren
    • Ik exerceer. 
  2. gebiedende wijs van exerceren
    • Exerceer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exerceren
    • Exerceer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord exerceer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.