expedieert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  expedieert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ex·pe·di·eert

Werkwoord

vervoeging van
expediëren

expedieert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van expediëren
    • Jij expedieert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van expediëren
    • Hij expedieert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van expediëren
    • Expedieert! 

Gangbaarheid

  • Het woord expedieert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.