expedieert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: expedieert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ex·pe·di·eert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
expediëren |
expedieert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van expediëren
- Jij expedieert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van expediëren
- Hij expedieert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van expediëren
- Expedieert!
Gangbaarheid
- Het woord expedieert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.