fabriceer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fabriceer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fa·bri·ceer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fabriceren |
fabriceer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabriceren
- Ik fabriceer.
- gebiedende wijs van fabriceren
- Fabriceer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabriceren
- Fabriceer je?
Gangbaarheid
- Het woord fabriceer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.