fabriceerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fabriceerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fa·bri·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
fabriceren

fabriceerde

  1. enkelvoud verleden tijd van fabriceren
    • Ik fabriceerde. 
    • Jij fabriceerde. 
    • Hij, zij, het fabriceerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord fabriceerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.