fabuleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fabuleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fa·bu·leer

Werkwoord

vervoeging van
fabuleren

fabuleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabuleren
    • Ik fabuleer. 
  2. gebiedende wijs van fabuleren
    • Fabuleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabuleren
    • Fabuleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord fabuleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.