factureert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: factureert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fac·tu·reert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
factureren |
factureert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van factureren
- Jij factureert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van factureren
- Hij factureert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van factureren
- Factureert!
Gangbaarheid
- Het woord factureert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.