fallgropen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈfɑlgɾuːpən /
Woordafbreking
  • fall·gro·pen
Naar frequentie 81601

Zelfstandig naamwoord

fallgropen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van fallgrop
Schrijfwijzen
  •  fallfallgropa zn , v
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.