familieparkjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  familieparkjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fa·mi·lie·park·jes

Zelfstandig naamwoord

defamilieparkjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord familiepark

Gangbaarheid

  • Het woord familieparkjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.