familiezieker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  familiezieker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fa·mi·lie·zie·ker

Bijvoeglijk naamwoord

familiezieker

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van familieziek

Gangbaarheid

  • Het woord familiezieker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.