fatsoeneerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fatsoeneerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fat·soe·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
fatsoeneren

fatsoeneerde

  1. enkelvoud verleden tijd van fatsoeneren
    • Ik fatsoeneerde. 
    • Jij fatsoeneerde. 
    • Hij, zij, het fatsoeneerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord fatsoeneerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.