festivalgangertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  festivalgangertje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fes·ti·val·gan·ger·tje

Zelfstandig naamwoord

hetfestivalgangertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord festivalganger

Gangbaarheid

  • Het woord festivalgangertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.