fiets weg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fiets weg (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfits ˈwɛx / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- fiets weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegfietsen |
fiets (…) weg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegfietsen
- Ik fiets weg.
- gebiedende wijs van wegfietsen
- Fiets weg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegfietsen
- Fiets je weg?
Gangbaarheid
- Het woord fiets weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.