fietsbandjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietsbandjes    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfitsbɑncəs/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈfits.bɑn.cəs/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.bɑn.tʲəs/
Woordafbreking
  • fiets·band·jes

Zelfstandig naamwoord

defietsbandjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fietsband

Gangbaarheid

  • Het woord fietsbandjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.